Leg een geveltuin aan

Een geveltuin aanleggen is leuk om te doen, de straat wordt er gezelliger van. Meer groen maakt de stad ook beter bestand tegen klimaatveranderingen, zoals wateroverlast, hitte en droogte. Bovendien zijn ze goed voor insecten en vogels.

Bedenk wat je met je gevel zou willen. Wordt het een klimplant tegen de gevel, een struik die niet al te breeduit groeit of wil je vooral veel lage beplanting en bloemetjes.
Haal de eerste rij tegels of enkele steentjes eruit die grenzen aan de gevel. Bekijk of de grond vochtig is of snel droog. Voor elke geveltuin geldt: graaf 1 of 2 spades diep eerst het bouwzand eruit en vul dat gat met goede potgrond. Let erop dat mensen nog op de stoep kunnen passeren. Neem geen planten met doornen en stekels, voor slechtzienden vormt dat een probleem en voor mensen die 's nachts langslopen.

Bekijk de voorwaarden voor een geveltuin op de website van de gemeente.

Dan moet je kiezen voor planten met stevige takken en wat dikkere bladeren, die niet snel uitdrogen. Korte struiken kunnen ook of hele sterke planten die tegen de gevel groeien. In het eerste jaar kan je het beste stevige stokken gebruiken als steun.

Kies vooral vaste planten. Die komen elk jaar terug, dat scheelt tijd en geld. Kies vooral inheemse planten, dat zijn planten die van nature voorkomen in Nederland. Die doen het beter en zijn goed voor nuttige insecten.

Idee: zet uitgebloeide tulpen, blauwe druifjes, hyacinten en narcissen gewoon in de aarde, je zal zien dat ze volgend jaar gewoon weer bloeien!

Alle planten die je koopt hebben een label waarop staat op welke plek de plant het het beste doet. Niet heel veel planten kunnen geheel in de schaduw en ook niet alle planten kunnen zomaar in de volle zon. Als je hier op let, dan doen je planten het beter.

Kijk op de website van de tuinambassadeurs voor namen van planten die in de zon of juist in de schaduw kunnen.

Laat je inspireren door dit filmpje:

En...stuur eens een foto van hoe jouw geveltuin geworden is naar: duurzaam@gouda.nl