- home
- Groen
- Groene tuin
- Geveltuinen zitten vol leven!
Geveltuinen zitten vol leven!
Geveltuinen helpen bij het vergroten van de biodiversiteit in een stad, ontdekte onderzoeker Joeri Morpurgo. Deze mini-stadstuintjes met veel verschillende planten blijken een paradijs voor insecten. “We hebben in steden heel veel steen, dus trek die tegels eruit en zet er planten in. Gebruik geen gif en kijk wat er aan komt waaien”, adviseert Joeri.
Volop leven in kleine geveltuinen
Geveltuinen helpen om regenwater beter af te voeren, geven koelte tijdens hete dagen en helpen droogte tegen te gaan. Klimplanten tegen een muur kunnen zelfs isolerend werken. Maar ook al zijn ze vaak klein, geveltuinen blijken ook veel te doen voor de biodiversiteit.
Onderzoeker Joeri telde in 108 vierkante meter aan geveltuintjes in Den Haag en Amsterdam 235 verschillende plantensoorten en 154 insectensoorten. Ze ontdekten ook dat de grootte van de geveltuin niet uitmaakt. Het gaat om de hoeveelheid planten. Een kleine geveltuin met een grote hoeveelheid verschillende planten doet meer voor insecten, dan een grote geveltuin met een paar kleine planten. En nog mooier: als je iets goeds wil doen voor de biodiversiteit, laat dan het onkruid staan en snoei minder. Ik raad iedereen aan: laat je geveltuin zoveel mogelijk vol groeien.”
Waarom is al dat leven zo belangrijk?
Insecten zijn heel belangrijk voor de natuur, ook in de stad. Zij kunnen bloemen bestuiven en zo helpen bij het kweken van groente en fruit in de landbouw. Ook zijn insecten nuttig als eten voor vogels. Want zonder insecten, ook minder vogels in de stad.
Welke planten kies je?
Wil je een geveltuin aanleggen, kies dan voor planten die goed tegen droogte en hitte kunnen, zoals stokrozen, lavendel en rozemarijn. Laat onkruid zoveel mogelijk staan, want dat doet het daar blijkbaar goed. De meeste insecten ziet Joeri op de planten die zijn komen aanwaaien: wilde munt, bloemen, grassen. Het zit barstensvol met leven. Als je het toelaat, dan komt het vanzelf.