Afkoppelen regenpijp

Veel regenwater komt terecht in het riool waar het zich vermengt met afvalwater. Om het geschikt te maken voor hergebruik als leidingwater is een dure waterzuivering nodig. Het schone regenwater wordt in zuiveringsinstallaties dus eigenlijk onnodig gezuiverd. Een bijkomend nadeel is dat als het hard regent er zoveel regenwater in het riool komt dat de zuiveringsinstallatie de hoeveelheid water niet aankan. Dat kan leiden tot wateroverlast op straat en zelfs in woningen.

Dat kan anders: door de regenpijp af te koppelen, komt het regenwater in je tuin terecht.

Het afkoppelen is simpel: zaag laag bij de grond een stukje uit je regenpijp. Doe een dop op het onderste stuk van de regenpiip dat naar het riool gaat. Leg vervolgens een tegel onder de regenpijp om het water weg te leiden. De tegel zorgt ervoor dat het water over een breder stuk tuin wegloopt en in de bodem verdwijnt.

Maak aan het bovenste gedeelte van de regenpijp een stuk pijp (bocht) vast waarmee je het water minstens 2 meter van je woning wegleidt. Zorg voor een kleine helling in de juiste richting, zodat het water niet terug naar je huis stroomt.

Eventueel kun je een gootje aanleggen met stenen of cement om het water naar een verder gelegen deel van de tuin te leiden. Laat het regenwater naar een stuk groen, vijver of wadi stromen. Dit stukje komt na een flinke regenbui vaak wel even onder water te staan.

Je kan er ook voor kiezen om een ondergrondse wateropslag aan te leggen, bijvoorbeeld met infiltratiekratten.

Doe eerst de ‘emmertest’ om de kijken of jouw tuin geschikt is om het regenwater uit de regenpijp snel genoeg op te nemen.

• Graaf een gat van 30 centimeter diep.
• Vul het gat met een emmer water.
• Als het water binnen 15 minuten wegloopt, infiltreert het regenwater goed. Als het minder dan uur duurt, is de waterdoorlatendheid gemiddeld. Is het water na een uur nog niet volledig weggezakt? Dan is de waterdoorlatendheid laag en is de grond niet of minder geschikt voor infiltratie.